‘Vrij veilig’
Wie herkent het niet, we zitten allemaal wel eens in zo’n situatie? ‘Hét’ wordt niet gezegd, maar is er wel. ‘Hét’ kan van alles zijn; een nog niet aangekondigde reorganisatie, een stammenstrijd in een tweekoppige RvB, een rotte appel die niet uit de mand wordt gesneden, een kansloze kroonprins, grove budgetoverschrijding van het ICT programma, of een om zich heen slaande narcist als voorzitter, tot fraude of meer onheuse zaken in de me-too sfeer. Aan tafel wordt er niet over gesproken, in de wandelgang des te meer.
De setting is niet veilig. Je kunt niet zeggen wat je wilt. Of wat er gezegd móet worden. Op het benoemen van het publieke geheim staat, wellicht, een onbekende straf. Het ligt als een deken over de vergadering. Veelzeggende blikken aan tafel maar niemand die durft. Bij de koffieautomaat overheerst de verontwaardiging.
De eerste reflex is meestal toch om eromheen te organiseren. Compenseren. Tegen beter weten in doen alsof het niet belangrijk is. In bila’s gaan we vervolgens proberen de leiding te waarschuwen. Omzichtig met de vinger om de zere plek. Meestal levert dat inclosure op, in vertrouwen gedeeld; ‘ik ben ermee bezig, maar ik kán nog niet ingrijpen’. Iets dat de onderlinge loyaliteit versterkt.
Daarmee neemt de kans op actie af. Plenair blijft het stil. Uit lijfsbehoud. Maar, al snel herhaalt zich de situatie en elke keer kost het meer energie. De besluitvorming lijdt eronder. Mensen worden moe, worden er moe van. En meer.
Hoe meer achterkamer, hoe minder veilig de arena. Het is een zichzelf versterkend fenomeen. Er is geen collectieve veiligheid meer. En dus hanteert iedereen z’n eigen veiligheidsmarge. Daaruit ontstaan vervolgens coalities van gelijkgestemden, ingroup. En tegelijkertijd sluiten we daarmee anderen uit, enkel omdat we niet weten hoe ze erin zitten. Zo worden collega’s opeens vermeende tegenstanders. De negatieve spiraal is daarmee compleet.
Uiteraard gaat dit betoog over de moed de spiraal te keren. De moed aan ieder om de roze olifant pontificaal te benoemen. Individueel is het lastig, maar collectief kansrijk.
Maar de moed is vooral aan de CEO, om expliciet te zijn en geen licht te laten bestaan tussen wat er gezegd en wat er bedoeld wordt. Niet directief, maar expliciet. Natuurlijk zijn er geheimen, beursgevoelige info bijvoorbeeld, maar wees duidelijk. Ook over moeilijke issues, ook als je het nog niet weet of simpelweg afhankelijk bent van de lagen ‘boven’. Elk sprankje ‘licht’ in de boardroom is een hele bundel op de vloer.
In de voornaamste taak van de CEO om de strategie tot resultaat te brengen is veilig heilig. Overigens ook in eigen belang! Om te voorkomen dat je feitelijk alleen staat omdat je, omgekeerd, ook niet meer hoort zoals het werkelijk is. It’s lonely at the top, hoor ik vaak. Daar kun je zelf veel aan doen.
Als de CEO expliciet zegt en doet is het vrij veilig! Mocht dat onvoldoende zijn dan kán het helpen deze column op zijn of haar bureau te laten slingeren.