Broodtrommel

 

 

 

 

 

 

 

‘Waar zijn jullie deze zomer geweest?’, is momenteel de meest gestelde vraag. Na Corona is reizen voor velen weer vanzelfsprekend, liefst lang en ver. Via social media zijn we getuige van elkaars avonturen. Ook ik ben op pad geweest. Met gezin. Prachtig en heerlijk. In Marokko troffen wij uitersten; van overnachten bij een arme Berber-familie bovenin het Atlasgebergte, tot en met een luxe resort met nota bene een zwembad in de woestijn.

Onze vakantie vol contrasten miste z’n uitwerking niet. We kregen (h)eerlijke discussies over rijkdom, welzijn, immigratie en geld. Voor mijn (deels studerende, deels puberende) kinderen is vakantie inderdaad vanzelfsprekend. Voor mij persoonlijk overigens niet. Ik heb van huis niet meegekregen hoe mooi, leerzaam en relativerend het is om de wereld te ontdekken. Dat is geen verwijt, het zat er gewoonweg niet in. Maar ik vind het wel belangrijk.

Zo zijn er meer verschillen tussen de zeventiger jaren en nu. Goeddeels technologie-gedreven, denk aan die ene vaste (bakelieten) telefoon in de gang, versus nu een smartphone voor iedereen. Maar evenzeer geld-gedreven. Er was geen geld voor nieuwe sokken, die werden met naald en draad gestopt. En zo smeerden wij vroeger elke ochtend een paar boterhammen voor in de broodtrommel mee. Tegenwoordig is het gangbaarder voor de lunch een luxe broodje te kopen.

De verschillen tussen generaties (toen en nu) en locaties (daar en hier) maakten ons als gezin deze vakantie bewust van hoe goed we het hebben. En dat het niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt. Het kan ‘morgen’ anders zijn. Kijkend naar de vele transities die we als maatschappij te gaan hebben moet dat haast wel. Immers, “als we willen dat alles hetzelfde blijft, moet alles anders worden*1) .” Dat gaat ons niet lukken.

Als voorbeeld; om de temperatuur binnen hetzelfde te houden, loeit de airco steeds harder. De energie die dat kost warmt de aarde verder op (zelfs gecorrigeerd voor alternatieve energiebronnen). Daarom kunnen we ons eigenlijk maar beter aanpassen. Wennen aan de hitte in plaats van ons ertegen te verzetten, Darwin volgend.

Oké, verder over onze gesprekken aan de vakantietafel. Over het beperkte nut van materieel rijkdom is iedereen het snel eens. Je kunt een huis kopen, maar geen thuis. En, rijk is niet diegene met veel bezit, maar iemand die niet veel nodig heeft. Toch wordt geld hogelijk gewaardeerd. Als middel om vrijheid, zorg,..etc te kopen, voor jezelf en anderen. En als middel om je waarde als professional, vakman, werknemer,…  in uit te drukken.

Daarmee wordt een waarde(n)volle wisselwerking zichtbaar tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Vrijheid moet je dus verdienen. Door verantwoordelijkheid. Voor jezelf en voor anderen. Met geld als (ruil)middel. Elke dag is er die keuze voor verantwoord gedrag. Het leven is immers hoe je omgaat met dingen die (je) gebeuren (vrij naar*1)).

Terug naar de vakantie. Of liever, door naar de werkende realiteit. Ik hoop dat u nog kunt doorgenieten van de zomervibe. Ik ben trots op onze vakantie-inzichten, maar maak me geen illusies. Geen van ons gaat vanaf nu elke ochtend met een broodtrommel de deur uit. Het is belangrijk dat we onze andere verantwoordelijkheden pakken.


*1) ref: Lampedusa, 1958

*2) ref:

– Edith Eger, Holocaust-overlever en auteur van de ‘the Choice’ over dat iedereen uiteindelijk voor vrijheid kan kiezen;

– Viktor Frankl, idem en auteur van ‘Man’s Search for Meaning’, met als citaat “de vrijheid om te kiezen hoe ik met omstandigheden omga, kan niemand me afnemen”.