Organisaties worden geconfronteerd met een groeiend aantal vraagstukken op steeds meer nieuwe domeinen als cyber, digitalisering, ESG, inclusiviteit & diversiteit, vastgoed, gelijkheid, AI, arbeidsmarkt-schaarste en geopolitieke invloeden. Deze komen bovenop de toch al drukke going concern.
Ook relationeel neemt de druk op de organisatie alleen maar toe. Organisaties moeten zich in steeds hogere mate rekenschap geven van en in interactie zijn met hun omgeving. Het vraagt om een gezonde dialoog met alle directe en indirecte stakeholders als eigenaren, kredietvertrekkers, overheden en ngo’s, media, klantenvertegenwoordiging, belangengroeperingen (milieu, patiënten,…) en vakbonden.
De vele vraagstukken waar de organisatie voor staat én het managen van de vele stakeholderrelaties vormen samen de agenda van het Bestuur. Deze totaalsom is intens en wijzigt met een hoge omwentelingssnelheid. Dit is een uitdaging voor moderne leiders. En daarmee van modern toezicht!
Hoe is dat toezicht georganiseerd? De meeste RvC/RvT’s zijn in Nederland functioneel samengesteld, met expertisegebieden als voorzitter (algemeen), juridisch, HR en finance/risk, eventueel aangevuld met sectorspecifieke kennis. Soms is er sprake van afvaardiging, bijvoorbeeld vanuit OR of familie.
Voor hoogwaardig toezicht moet de RvC/RvT op alle relevante onderwerpen uit de boardroom expertise aan tafel verzamelen. Plus de expertise om toezicht te houden op de dialoog met stakeholders. Kortom, vanuit een beperkt aantal functiegebieden moet een steeds bredere schakering expertises beheerst worden. Kan dat?
De vraag stellen is ‘m beantwoorden, wat mij betreft. Er is potentie voor betere alignment tussen toezicht op de kernissues en stakeholders en de functionele samenstelling van toezichtorganen. Daarbij moet wel worden aangetekend dat kwaliteit van toezicht niet alleen wordt bepaald door de expertise. Ook persoonlijke competenties als luistervermogen, verbanden zien en de durf om door te vragen en te schuren zijn van belang. Net zo als de onderlinge samenwerking en de kwaliteit van de informatievoorziening.
De te weinig brede expertise in RvT/RvC kan worden gecompenseerd. Met respect voor de benodigde afstand tussen bestuur en toezicht kan met audits en intervisie op meer functionele gebieden informatie uit de organisatie worden geworven. Ook extern advies is een geschikte manier. Maar dat is allemaal niet genoeg en het aantal commissarissen verdubbelen is ook niet de oplossing.
De som van meer en complexere issues, de steeds hogere omwentelingssnelheid van de organisatie en de hogere eisen aan dialoog met de omgeving vraagt om integraal besturen van de organisatie. Dat geldt ook voor toezicht. ‘Integraal toezicht’ biedt een omvattend perspectief, in tegenstelling tot functioneel toezicht, dat zich beperkt tot specifieke deelgebieden. Door verschillende functies in samenhang te bekijken leggen toezichthouders verbanden tussen diverse risico’s en implicaties.
Daarvoor moeten we verder doordenken vanuit het paradigma dat de continuïteit van de organisatie continue verandering vergt. Transformaties zijn de gemeenschappelijke noemer van alle technologische, ecologische, organisatorische, economische, digitale en politieke ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomst van de organisatie. Een extra expertisegebied ‘transformatie’, met tentakels in de organisatie, is daarom in modern toezicht geen overbodige luxe.
Nee, het huidige toezicht dekt de lading niet. Met transformatie als aanvullend kennisdomein lukt het om integraal toezicht te gaan houden.