We leven in een verwende tijd, een tijd waarin alles er altijd voor iedereen en overal moet zijn. “Gewoon, omdat het kan”. Een mooi voorbeeld vormt Gen Z. Veel rechten, weinig verplichtingen. Sabbaticals, geen ambulant werk ver van de kinderopvang, thuiswerken, …. En als je op je werk je zin niet krijgt, is de overstap naar de concurrent snel gemaakt. Waarschijnlijk zelfs mét een overstappremie. Dankzij de overspannen arbeidsmarkt kan je hoegenaamd niets gebeuren.
Nog wat ‘verwende’ voorbeelden. De uitkomst van de MBO-beroepentest is veranderd. Kozen scholieren vroeger allemaal voor een vak, van kok tot timmerman. Tegenwoordig geeft een op de vier op het beroepsonderwijs aan ‘influencer’ te willen worden. Ook in de gezondheidszorg kan de weelde niet op. Er zijn nauwelijks grenzen. Dure operaties voor ouderen zonder perspectief, we doen het gewoon.
“Ik heb recht op een koopwoning”, beweerde laatst iemand voor de NOS camera. Waar dat recht aan ontleend is compleet onduidelijk. En de hoofdsocioloog van het CBS plaatst in de Telegraaf kanttekeningen bij de constatering dat het aantal 15- en 16 jarigen met een betaalde (bij-)baan enorm is toegenomen. Is dat wenselijk, vraagt zij zich hardop af. Het antwoord is; ‘ja, natuurlijk’.
Een ander kenmerk van deze tijd is dat we (de oorzaak van) veel van wat ons niet bevalt buiten onszelf leggen. Zaken die ons passen komen voor ons eigen conto, zaken die mislukken kennen een schuldige; de overheid, de belastingdienst, de politie etc. We creëren een wij/zij: wij zijn verantwoordelijk voor ons succes, zij zijn de oorzaak van onze ellende. Een prachtig voorbeeld: er zijn mensen die het gemeentelijk bouwbesluit omzeilen en een mooi stulpje in de uiterwaarden bouwen. Om vervolgens, bij overstromingen, de hand op te houden bij de landelijke overheid om de niet verzekerde schade te vergoeden.
Het symboliseert de stand van dit land. Dit is waar we staan. Met die houding kijken we naar een hele serie maatschappelijke, economische en ecologische crises. Velen wijzen op de tweedeling rijk-arm en leggen de rekening bij anderen. Maar is dat wel reëel zonder je af te vragen waar onze relatieve welvaart vandaan komt? Wiens verdienste is dat? Bovendien, je beloont de ‘have-nots’ niet door de ‘haves’ te straffen.
De beschuldigende vinger polariseert en is contraproductief. Iedereen wil veranderen, niemand wil veranderd worden. Veroordelen zorgt ervoor dat men zich terugtrekt, enkel voor zichzelf gaat zorgen. Diepe zakken zijn er genoeg. En juist zo verandert er niets en dan overkomt ons straks alles. Deze crises zijn als sluipmoordenaars. Er is geen tipping point, het net sluit gewoon langzaam maar zeker. Alternatief is, paradoxaal genoeg, hopen op een oorlog of pandemie om ons wakker te schudden.
Om de sluipcrises te voorkomen moeten we verbinden. Niet terugkijken maar, verwend of niet, rijk of niet, …., zonder oordeel met elkaar afspreken over wie wat gaat bijdragen aan de diverse transities. Handen uit de mouwen, samen! Dan zullen we zien wat de werkelijke tweedeling is. Mijn verwachting: zij die de handen uit de mouwen steken en zij die hun hand ophouden.